Uitspraak Raad van State: Kampen mag bouwen en varen - vrijdag 27 december 2019
Dinsdag
24 december 2019 verraste de Raad van State alle partijen met de
uitspraak over het Dorp Reeve en het Reevediep: de in 2017 door de
Stichting Werkgroep Zwartendijk en de Natuurvereniging IJsseldelta
aangespannen beroepen werden ongegrond verklaard. Kampen mag Dorp
Reeve dus bouwen en de vaarverbinding mag open blijven. De stad wordt
opgezadeld met een buiten de stad liggend “dorp”, dat de daar
groeiende nieuwe natuur vergaand en blijvend zal beďnvloeden - en
dat allemaal om de verliezen op de buitensporige grondaankopen uit de
jaren 2006-2010 te beperken. Hoeveel extra de ontwikkeling van Reeve
1 (en later) Reeve 2 Kampen gaat kosten is nog onbekend.
De
beroepszaken tegen Reeve en Reevediep spelen sinds 18 december 2017,
toen de Stichting Werkgroep Zwartendijk en de Natuurvereniging
IJsseldelta hun beroepschriften tegen de doorgaande vaarverbinding
naar de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (kortweg
de Afdeling) verzonden. Op 13 maart 2018 kwamen daar de
beroepschriften tegen Dorp Reeve bij. In mei 2018 besloot de Afdeling
de beide beroepszaken “gevoegd
te behandelen”. In
augustus 2018 deed de StAB (= Stichting Advisering
Bestuursrechtspraak) onderzoek naar de “cumulatieve effecten” van
waterrecreatie, woningbouw en stikstofdepositie op de roerdomp en de
grote karekiet in het Drontermeer.
Drie
vragen aan de orde
De
door de Afdeling gevoegde zaken draaiden feitelijk om drie vragen:
-
is er werkelijk een “volkshuisvestelijke noodzaak” voor de bouw
van Dorp Reeve;
- gaan de woningbouw en de (water)recreatie
niet teveel verstoring opleveren voor het nabij gelegen Natura
2000-gebied Drontermeer;
- en zorgen de bouw en de
vaarbewegingen niet voor te veel stikstofdepositie op de
natuurgebieden langs de IJssel.
Dorp
Reeve en de “volkshuisvestelijke noodzaak” voor woningbouw
Kampen
opereerde nu bij het bestemmingsplan voor Dorp Reeve slimmer dan in
2013-2014: toen voorzag het plan in 1300 woningen, reden waarom de
Afdeling dat plan toen vernietigde. Nu voorziet het plan in 600
woningen – dat wordt “fase 1” genoemd - en dat bood Kampen de
mogelijkheid een zware MER-toets te ontlopen. De volgende 700
woningen komen terecht in “fase 2”, waarvoor later een nieuw
(deel)bestemmingsplan wordt gemaakt. Het creatieve rekenwerk onder
“Dorp Reeve, fase 1” werd door de Afdeling geaccepteerd. 1000
geplande woningen in inbreidingsgebied werden “gedeprogrammeerd”:
ze zouden er niet in passen of de “bestemming bouwen” werd
omgezet in de “bestemming agrarisch”, zoals dat bij “De Tuinen”
in Onderdijks gebeurde (pal naast kwekerij Palland) omdat er geen
vraag naar deze woningen zou zijn.
De
“cumulatieve effecten” van de verstoring op Natura 2000-gebied
Drontermeer
In
augustus 2018 deed de StAB (= Stichting Advisering
Bestuursrechtspraak) onderzoek naar de “cumulatieve effecten” van
(water)recreatie en woningbouw op de roerdomp en de grote karekiet in
het Drontermeer.
Net als de ecoloog van de provincie Overijssel, de heer Van der Hut,
concludeerde de StAB dat er geen “significante effecten” zouden
optreden als er 17.000 bootjes zouden gaan varen van Reevediep naar
Drontermeer en andersom en ook niet als Dorp Reeve met zijn
jachthaven zou verrijzen. De ontwikkeling van Camping Roggebot tot
een recreatieterrein met 400 verblijfseenheden en 385 ligplaatsen
werd in het onderzoek niet meegenomen omdat het plan nog niet bekend
was.
Ecoloog Jan van der Winden trok deze zomer na onderzoek een
andere conclusie in zijn “Notitie effecten van projectplannen in de
omgeving van het Reevdiep om moeras- en watervogels”. In dit
rapport dat door de Werkgroep en de Natuurvereniging aan de Afdeling
werd overhandigd stond te lezen dat al deze ontwikkelingen tezamen
“de druk zodanig
verhogen dat de functie van het aangelegde rietmoeras (waarvan 8 ha
compensatiegebied) teniet wordt gedaan. Omdat diverse soorten in
aantallen voorkomen die op of lager dan de doelstelling liggen, is
een significant negatief effect als gevolg van cumulatieve effecten
niet uit te sluiten.”.
De
afdeling volgde de redeneringen en rapporten van StAb en de Provincie
Overijssel en trekt in haar uitspraak (onder punt 22.1) de volgende
conclusie: “De
Afdeling ziet geen aanleiding voor het oordeel dat verweerders bij
het nemen van de bestreden besluiten niet hebben mogen uitgaan van de
conclusie uit de passende beoordeling dat het gebruik van de vaargeul
niet zal leiden tot verstoring van de roerdomp en de grote karekiet
vanwege de verlichting van de recreatievaartuigen. De betogen slagen
niet”
N.b.
Met “verweerders” bedoelt de Afdeling de provincie Overijssel en
Kampen.
De
stikstofdepositie: taaie materie!
Het
taaiste čn het spannendste vraagstuk betrof de vraag of de toename
van de stikstof-depositie als gevolg van alle (17.000) vaarbewegingen
de draagkracht van het
stroomdal-grasland Vreugderijker Waard, het hardhoutooibos Zalkerbos,
het kievietsbloemhooiland Scherenwelle (allemaal langs de IJssel en
daarom “Rijntakken” genoemd) te
boven zou gaan. Kort samengevat heeft de Werkgroep Zwartendijk
voorgerekend dat de in 2013 berekende waardes voor het jaar 2018 al
hoger waren dan toegestaan en dat de 17.000 vaar-bewegingen over 7
kilometer (het hele Reevediep) čn de aanlegfase van Dorp Reeve dus
voor een verdere overschrijding van de norm zou zorgen. Wij meenden
zo aan te sluiten bij de PAS-uitspraak die eist dat wetenschappelijk
wordt aangetoond dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet mogen
leiden tot een verhoging van de stikstofdepositie en pas dan vergund
mogen worden.
De advocaten van Overijssel en Kampen brachten
daar tegen in dat gerekend moest worden op basis van 500 meter
(alleen het laatste deel van het Reevediep bij het Drontermeer).
Bovendien beweerden zij dat de berekeningen uit 2013 reeds uitgingen
van verhoogde activiteiten in 2018 en dat de mede daarop gebaseerde
“Passende Beoordeling” van 2013 stelde dat de “kritische
depositie waardes” niet werden overschreden. Tot slot beweerden zij
dat de in 2013 verleende vergunningen “onherroepelijk” waren en
daarom niet nu alsnog bestreden konden worden – dat is namelijk
gangbare jurisprudentie. De Afdeling kon niet anders dan meegaan met
deze redenering: de in 2013 verleende Wnb-vergunningen zijn in
2013-2014 niet met succes bestreden en daarmee onherroepelijk
geworden. Er is dus op grond van de PAS-uitspraak van 28 mei 2019
niet opnieuw gemeten en gerekend, iets waarop wij hadden gehoopt. Zie
ook de uitspraak: www.raadvanstate.nl.
Tot
slot: een traan en de toekomst
In Nederland heeft de Raad van
State in deze zaken het laatste woord. Het enige dat we kunnen doen
is wennen aan de nieuwe woonwijk, in de hoop dat ook roerdomp, grote
karekiet, kievit en grutto dat doen. Kampen had in 2015 beter kunnen
besluiten om een nieuw “Dorp Reeve” niet te ontwikkelen, en had
de aangekochte gronden moeten afwaarderen en die strop kunnen delen
met de provincie Overijssel. Dit nieuwe Dorp Reeve zal namelijk forse
voorinvesteringen eisen voordat er ook maar 1 euro wordt verdiend. De
woningen op de “klimaatdijk” raakt de gemeente wel kwijt. Maar of
dat ook geldt voor de ‘vinexwijk’ die in de kuil tussen de
Hanzelijn en de klimaatdijk moet gaan verrijzen, is zeer de vraag.
De woorden van Zwartendijkdichter Hans Houkema zijn duidelijk
over onze toekomst:
Reeve
verdriet
Na
een lange dappere strijd
tegen
groteske onzinnigheid
ligt
daar nu de uitspraak in al haar ellende
het
begin van de landschap ontsierende bende.
Maar
‘t was beter knokkend ten onder te gaan,
dan
voetstoots de aanslag te laten ontstaan
|