Raad van State acht Verzoek om voorlopige voorziening overbodig - vrijdag 18 april 2014
Op 3 maart 2014 heeft de Werkgroep Zwartendijk een Beroepsprocedure gestart bij de Raad van State tegen het Bestemmingsplan IJsseldelta-Zuid. Daarnaast heeft de werkgroep een “Verzoek om voorlopige voorziening” gedaan aan de Raad van State om de start van de aanleg van de klimaatdijk onmogelijk te maken. De Raad van State heeft dit Verzoek nu ongegrond verklaard.
De Werkgroep Zwartendijk en de Natuurvereniging IJsseldelta bleken beiden een “Verzoek om voorlopige voorziening” te hebben ingediend om de start van de werkzaamheden in IJsseldelta-Zuid onmogelijk te maken. Op 15 april 2014 oordeelde de Raad van State dat het “Verzoek om voorlopige voorziening” ongegrond was omdat de provincie Overijssel en Kampen in een verweerschrift officieel kenbaar hebben gemaakt dat de werkzaamheden in IJsseldelta-Zuid niet eerder dan 1 januari 2015 zullen beginnen.
IJsseldelta-Zuid valt onder de crisis en Herstelwet en daarin is bepaald dat de Raad van State uiterlijk een half jaar na sluiting van de beroepstermijn uitspraak moet hebben gedaan in de Bodemprocedure (de Beroepszaak). De uitspraak zal dus uiterlijk 6 september moeten worden gedaan, ruim drie maanden voor aanvang van de werkzaamheden. En dat maakt een “Verzoek om voorlopige voorziening” inderdaad overbodig, of in juridische taal “ongegrond”.
Voor meer details, raadpleeg www.raadvanstate.nl.
Druk op CTRL en klik als je de link wilt volgen voor de volledige tekst.
Namens de Werkgroep Zwartendijk, Bart Zeven
|