Gedicht Zwartendijk in Kamper Almanak - maandag 4 augustus 2008
In de Kamper Almanak 2008 heeft de Zwartendijk een fraaie plaats gekregen in de vorm van een gedicht van filosofe en dichteres Renée van Riessen. Het is te hopen dat de provinciale en gemeentelijke bouwheren hun "passers en potloden" weer opbergen en de fraaie 13e eeuwse waterkering verder ongemoeid laten.
Zwartendijk
I
Het glinsterend water
trekt passers en potloden aan.
Bouwheren maken zich klaar
om de einder te visiteren,
gevolgd door drilboor, heipaal,
waterpas en graafmachine.
Broeken en kolken liggen bloot,
de buik romig vol, een zomer-
bloes vol geluid, cicaden kraken
waar juffers het water bespringen.
Een lelie klauwt tot het laatst
de wortels in modder vast,
maar leeuwerik, onwetend, dol-
gelukkig (zoals ik)
vliegt recht omhoog, bezingt
alleen dit ogenblik.
II
Lange trap naar de Zwartendijk,
eendagsvliegen katapulteren
mijn luchtpijp in, hossende stoet
die om pannebier roept als beloning.
Fanfare marcheert al (hoezee! - voor hoge
provinciemieters). Een glas, en daar zweeft dan
het kopstaand beeld van dit land
in mijn borst: het hangt, ribben opengereten,
een dofrood karkas na de slacht,
weggebracht in een ijskoude wagen.
Die simpele rit naar de slager,
geen applaus, laat staan een ovatie,
alleen een paar aftandse honden,
die wachten totdat het gedaan is:
er klinkt hier geen “eli” of “lama”.
|
